Checklist:
Klantinstelling: Zorg ervoor dat de klant al in het systeem staat voordat je een postback aanmaakt.
Maak een postbacksjabloon:
Via Templates-sectie: Voeg een nieuw sjabloon toe vanuit de hoofdsectie met sjablonen.
Via klantprofiel: Ga naar het profiel van de klant, navigeer naar Triggers, en maak de template aan.
Stel de Trigger in:
Voeg een trigger toe en geef deze een naam.
Selecteer het type gebeurtenis (bijv. bestelling ontvangen, verzonden).
Kies de bezorgmethode (URL of e-mail).
Voor URL: Voer de URL in, stel de methode in op POST, het formaat op JSON, en schakel indien nodig nieuwe pogingen in.
Stel de template in:
Geef een naam aan de template.
Gebruik voorbeeldgegevens of voer gepersonaliseerde data in.
Koppel je invoergegevens aan het gewenste resultaat met de Template Mapper.
Render de uitvoer om een voorvertoning van de definitieve gegevens te zien.
Testen en activeren:
Voer een test uit om de juiste werking te garanderen.
Sla het sjabloon op en zet live meldingen aan.
Zodra het klaar is, stuurt het systeem automatisch updates naar klanten bij de gekozen bestelgebeurtenissen.
Uitgebreide instructies:
1. Klant instellen
Voordat je een postback instelt, zorg ervoor dat de klant die de meldingen ontvangt is toegevoegd aan je systeem. Dit is belangrijk, want de triggers en sjablonen worden aan hun profiel gekoppeld.
2. Maak een postback-sjabloon
Je kunt op twee manieren een sjabloon maken:
Optie 1: Via de sectie sjablonen
Navigeer naar het hoofdgedeelte Sjablonen.
Selecteer \"Sjabloon toevoegen.\"
Definieer de sjabloondetails, zoals de naam en de structuur van de payload.
Optie 2: Via het klantprofiel
Ga naar het specifieke klantprofiel in het systeem.
Selecteer het tabblad Triggers.
Klik op \"Trigger toevoegen\" en begin direct met het maken van de template.
3. Stel de trigger in
Voeg een trigger toe:
Ga naar het gedeelte Triggers binnen het klantprofiel.
Klik op \"Trigger toevoegen\" en geef het een beschrijvende naam.
Selecteer evenementtype:
Kies de ordergebeurtenis die de notificatie zal activeren. Opties zijn onder andere:
Bestelling ontvangen
Bestelling mislukt
Order canceled
Bestelling geretourneerd
Bestelling geproduceerd
Bestelling afgeleverd
Bestelling verscheept
Bestelling onderweg
Kies bezorgmethode:
Bepaal of de melding wordt verzonden naar een URL of een e-mail.
Voor URL-levering:
Voer de bestemmings-URL in.
Stel de methode in op POST.
Kies JSON als gegevensformaat.
Schakel Opnieuw proberen bij mislukking in indien nodig om betrouwbare levering te garanderen.
4. Configureer de Postback-sjabloon
Als er al een sjabloon is gemaakt, selecteer deze dan in deze stap. Maak anders een nieuw sjabloon:
Sjabloonnaam definiëren: Geef het sjabloon een betekenisvolle naam.
Genereer de sjabloon:
Gebruik de door het systeem geleverde voorbeeldpayloads voor veelvoorkomende gebeurtenissen, of definieer gepersonaliseerde payloads.
Personaliseer de gegevens op basis van je behoeften.
Gegevens in kaart brengen:
Gebruik de Template Mapper om de invoergegevensvelden te koppelen aan het gewenste uitvoerformaat.
Render Output:
Bekijk het uiteindelijke gegevensformaat om er zeker van te zijn dat het aan je verwachtingen voldoet.
5. Test en activeer de postback
Voer een test uit:
Simuleer de trigger om te verifiëren dat de postback correct wordt verzonden en de verwachte output genereert.
Opslaan en activeren:
Als de test succesvol is, sla dan de configuratie op en activeer de trigger.
Resultaat:
Het systeem stuurt nu automatisch postback-meldingen naar de opgegeven URL of e-mail wanneer de geselecteerde ordergebeurtenis plaatsvindt, zodat je klanten in realtime op de hoogte blijven.
Meer informatie over het instellen van postbacks is hier te vinden.
Volgende stap: 🔗 [Aan de slag - GCW] Producten maken in GelatoConnect Workflow