Introductie

In deze gids leggen we de belangrijkste termen en concepten uit die je tegenkomt als je werkt met de order intake systemen van GelatoConnect. Als je deze begrippen kent, vind je makkelijker je weg op het platform en kun je duidelijker communiceren over het beheer van bestellingen.

Een verzoek om een of meer producten te laten maken en naar een opgegeven adres te sturen. Een order is de basis van alles wat we doen in GelatoConnect.

Jouw unieke identificatie voor een bestelling. Dit moet overeenkomen met een order-ID in jouw systeem en maakt het mogelijk om de link te leggen tussen GelatoConnect-bestellingen en je eigen systemen.

Jouw unieke identificatie voor de klant die de bestelling plaatst. Zo kun je bestellingen makkelijk koppelen aan specifieke klanten in je systeem.

Bepaalt hoe een bestelling verwerkt moet worden. Er zijn twee hoofdtypen:

Geeft de huidige fase van een bestelling in het fulfilment proces aan. Belangrijke statussen zijn onder andere:

Een individueel product binnen een bestelling. Elk item heeft zijn eigen specificaties, hoeveelheden en bestanden. Meerdere items kunnen in één bestelling worden opgenomen.

Jouw unieke code voor een specifiek item binnen een bestelling. Zo kun je makkelijk elk product in een grotere bestelling terugvinden.

Een unieke code voor een specifieke productconfiguratie in het GelatoConnect-systeem. Product-UID's hebben een vaste opbouw waarin producteigenschappen zijn verwerkt.

Voorbeeld:flat_product_pf_a4_pt_200-g/m²-ongecoat_cl_4-0_ct_none_prt_none_sft_none_set_none_hor

Deze identificatie bevat gecodeerde informatie over:

Een eenvoudige manier om producten te herkennen met een productnaam en variantenstructuur. Zo blijft het overzichtelijk en makkelijk te beheren, zelfs als je productcatalogus ingewikkeld wordt.

Voorbeeld:

Het bronbestand met het ontwerp dat je wilt laten printen. Meestal is dit een PDF-, PNG- of JPEG-bestand, afhankelijk van de eisen van het product.

De plek waar het printbestand te vinden is. Het moet een openbaar toegankelijke URL zijn waar GelatoConnect het bestand kan downloaden.

Bepaalt de rol van het bestand binnen het product. Veelvoorkomende types zijn:

De drukklaar gemaakte versie van het printbestand nadat GelatoConnect alle benodigde aanpassingen heeft gedaan.

Een visuele weergave van hoe het eindproduct eruit zal zien op basis van de aangeleverde printbestanden.

Het afleveradres waar de bestelling naartoe moet, inclusief de gegevens van de ontvanger.

Een identificatie voor de verzendmethode die je voor de bestelling gebruikt. Dit kan specifiek zijn (fed_ex_2_day) of algemeen (express).

Het adres dat gebruikt zal worden als afzenderadres op het pakket en voor eventuele retourzendingen.

Een uniek nummer dat je van de vervoerder krijgt om je pakket te volgen tijdens de bezorging.

Een webadres waar de klant eenvoudig kan zien waar hun zending nu is.

Application Programming Interface - de manier om via een programma met GelatoConnect te werken. Je gebruikt standaard HTTP-methoden (GET, POST, PUT, enzovoort) om bestellingen te beheren.

Beveiligingsgegevens die je gebruikt om verzoeken aan de GelatoConnect API te verifiëren. Bestaat uit een sleutel en een geheim, die je samen moet opgeven in de X-API-KEY header in het formaat "key:secret".

Een HTTP-callback die je systeem direct op de hoogte brengt van gebeurtenissen in GelatoConnect.

Een melding die GelatoConnect naar jouw systeem (of naar je klanten) stuurt zodra de status van een bestelling verandert.

Een tool om data om te zetten van jouw formaat naar het formaat van GelatoConnect, met behulp van de Jinja2-sjabloontaal.

Een overzichtstabel die waarden uit jouw systeem (zoals product-SKU's) omzet naar GelatoConnect-waarden (zoals product-UID's).

Een e-commerceplatform (zoals Shopify, Etsy of WooCommerce) dat je kunt koppelen aan GelatoConnect om bestellingen automatisch te importeren.

File Transfer Protocol - een manier om orderbestanden naar GelatoConnect te uploaden voor batchverwerking.

De munteenheid waarin bestellingen worden afgerekend. Moet voor elke bestelling worden opgegeven met ISO-valutacodes (bijvoorbeeld USD, EUR, GBP).

De prijs die de eindklant betaalt voor een product. Dit wordt meestal gebruikt voor douaneaangiften bij internationale zendingen.

De eerste aanmelding van een bestelling voordat deze volledig is verwerkt en gecontroleerd.

Extra informatie die aan een bestelling wordt toegevoegd als sleutel-waardeparen. Dit wordt gebruikt voor het volgen, analyseren of koppelen van gegevens. Metadata kan toegepast worden op losse bestelitems of op de hele bestelling.

Automatische controle van printbestanden zodat ze voldoen aan de productie-eisen.

Een hulpmiddel om de productiestappen voor elk type product te bepalen.

Nu je de veelgebruikte termen en concepten van de order intake systemen van GelatoConnect kent, ben je beter voorbereid om het volgende te doen:

Voor meer gedetailleerde informatie over specifieke onderdelen van orderverwerking, kun je terecht bij de relevante secties in ons hulpcentrum.